Het is 1969. De scheiding van zijn ouders valt de 12-jarige Chris Cross zwaar. Zowel zijn moeder als hij verrichten vele baantjes: moeder als bardame in de plaatselijke topless bar en als serveerster in een restaurant, Chris bezorgt niet alleen kranten maar haalt voor de restauranteigenaar ook verse vis op van een boot buiten de haven. Dan komt Chris erachter dat zijn moeder ook stript in de bar waar ze werkt. Als hij bij toeval ontdekt dat in de dagelijkse hoeveelheid verse vis cocaïne verborgen zit, steelt hij een lading om die zelf te verkopen zodat zijn moeder niet meer hoeft te strippen.