Leelatharan, Lee voor zijn vrienden, gaat om met een stel vrolijke jongeren die vrijwel elk werk doen en in andere tijden voetbal spelen. Het is een wilskrachtige en hechte groep. Chellama, een medewerker in een instelling voor verstandelijk gehandicapten, is ook een soort groupie. Het leven is een en al vrolijkheid totdat ze Lee en co ziet, die een soort moordpoging doen op een minister. Het mislukt, maar Chellama is geschokt. Waarom zou dit stel zich willen wagen aan de duistere wereld van de politiek en cricket?